Betekenis van:
het up

het up
Bijvoeglijk naamwoord
  • opgefokt
  • worked up emotionally by anger or excitement
"was terribly het up over the killing of the eagle"
"got really het up over the new taxes"

Hyperoniemen

het up
Bijvoeglijk naamwoord
    • made warm or hot (`het' is a dialectal variant of `heated')
    "he was all het up and sweaty"

    Synoniemen